Esta nr 2 8/1- 21/1 2010

'Het land van Maas en Waal', 'Testament' en 'Meester Prikkebeen': veel nummers van Boudewijn de Groot zijn Nederlandse klassiekers. Met 'Welterusten, meneer de president', zijn lied tegen de oorlog in Vietnam, krijgt hij grote bekendheid als protestzanger. In 2005 haalt het nummer 'Avond' de eerste plaats in de Top 2000. Maar Boudewijn is ook acteur; hij speelde in de tv-serie Flikken, was Tsjechov in de musical van Robert Long en vertolkte de rol van vader Otto in het toneelstuk over Anne Frank. In 1998 krijgt hij een Edison voor zijn totale oeuvre, in 1999 wordt hij - samen met Lennaert Nijgh -benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

 

reportage
TEKST & BEELD BACKSTAGE: Larissa Pans. Beeld: Jaap Stork

 


65 is hij en inmiddels 45 jaar artiest. Zijn bandleden - onder wie Ernst Jansz - stelt hij voor als vrienden. Zijn concertreeks Wilde jaren is intiem, akoestisch en behoorlijk persoonlijk. Esta's Larissa Pans volgt Boudewijn de Groot, van het inspelen in de kleedkamer tot de signeersessie achteraf.

De generale repetitie gister ging goed. 'Té goed', zegt Boudewijn de Groot, 'iedereen was zó geconcentreerd. Het zal lastig worden om dat niveau vanavond te evenaren.' Hij heeft een eigen kleedkamer waar hij zich omkleedt voor de eerste helft van de avond: zwarte broek, overhemd, leren jasje. Hij maakt een cryptogram, zijn vaste ritueel voor hij on stage gaat. In de gezamenlijke kleedkamer verderop zit Ernst Jansz, voormalig Doe Maar-hunk en veelzijdig muzikant. Ernst Jansz speelt gitaar, toetsenist Åke Danielson drumt ritmisch mee met zijn voet. Een lege fles wijn staat in de hoek, bierflesjes ernaast. Op de kaptafels opengeslagen koffers met keurig gestreken overhemden. Opeens staat Boudewijn de Groot op de drempel en begint al improviserend mee te spelen met zijn mondharmonica. Violiste Monique Lansdorp komt binnen: 'Is hier een feestje?' De technicus steekt zijn hoofd om de hoek van de deur: 'Vijf minuten!'
Het Achterhoekse theater heeft de primeur: in Schouwburg Lochem 'test' Boudewijn de Groot Wilde jaren, de concertreeks die nog loopt tot de zomer. Intiemer en meer akoestisch moest hij worden. 'Voor de fijnproever', zoals Boudewijn zegt. Inmiddels is de tournee al flink op stoom gekomen, maar op het moment dat ik vanuit de coulissen meekijk, staan Boudewijn en zijn crew klaar voor de eerste try-out. En die 'eerste keer' is dus in Lochem. Want daar, in een kleine zaal vol liefhebbers, is het fijner experimenteren dan voor de leeuwen te worden gegooid in de Randstad, met een kritisch publiek dat 'alles al gezien heeft'. Zo bezien is Lochem een logische keuze. Maar het had net zo goed Winterswijk kunnen zijn, waar hij ook goede ervaringen heeft. En: 'Waar gebeurt het nog dat ze vóór de show een taart, vorkjes en bordjes voor je neerleggen met een leuk briefje erbij?' zegt Ernst Jansz. 'Lief toch?' Ernst Jansz maakt het langst deel uit van de crew van Boudewijn de Groot ('Sinds 1976, onze samenwerking is automatisch'), maar ook gitarist Jan Hendriks (eveneens oud-Doe Maar) en Monique Lansdorp zijn al lang van de partij. Samen met Åke Danielson (synthesizer) en Bert Embrechts (basgitaar) is het een hecht clubje, gecomplementeerd door manager én 'mevrouw De Groot' Anja Bak. Energiek rent ze heen en weer, blaadjes met aantekeningen onder de arm. Anja: 'Toen Boudewijn plannen maakte voor zijn nieuwe show, zei ik: 'Niet alleen ballads hè, ook andere nummers.'

Als de deur van een kleedkamer open is, ben ik welkom. Dichte deur: niet binnenkomen. Vooraf maak ik met Boudewijn, manager Anja en de crew die simpele afspraak. De praktijk blijkt ruimhartig, met deuren die bijna de hele tijd openstaan. Maar op een stoeltje in de kleedkamer erbij zitten, geeft óók het ongemakkelijke gevoel van het verstoren van een intiem feestje van muzikanten die al jarenlang met elkaar van muziekzaal naar theater trekken. Een half uur voor aanvang haalt Anja Boudewijn op voor een 'publieksmomentje'. Een man en vrouw zijn door schouwburgdirecteur Mirjam Radstake naar het podium gehaald. Zichtbaar zenuwachtig schudden zij Boudewijn de hand. Het koppel bestelde in één keer veel kaarten, maar vergat hun adres te vermelden. De schouwburg deed een oproep in de plaatselijke krant wie toch deze mystery guests waren en het stel meldde zich. Als beloning mogen ze hun idool even de hand schudden. De fotograaf van de plaatselijke krant maakt een foto van Boudewijn en de schouwburgdirectrice tussen het stel in. 'Dit vinden mensen fantastisch', zegt zij. 'Zie je hoe nerveus ze zijn?' Het gaat allemaal enigszins langs Boudewijn heen. Hij is met zijn gedachten bij de komende voorstelling. Rond 20.00 uur is, tussen de zware, zwarte gordijnen en instrumentkisten in, goed te horen hoe de zaal volstroomt. Boudewijn staat al in de coulissen, hij slaat een paar akkoorden aan op zijn gitaar. De eerste nummers zal hij solo spelen. Zoals hij begon: met gitaar en mondharmonica. Hij stapt op het podium, begint geroutineerd en trefzeker te vertellen over 1965, 'Wij zouden de tijden veranderen en anders zouden de tijden zichzelf wel veranderen' en zet zijn klassieker 'Er komen andere tijden' - de nederpopversie van Bob Dylans hit - in:


Kom mensen daarbuiten
Kom hier en hoor toe
De zee reikt steeds hoger
Bij iedere vloed
En je bent al zeiknat
Dus je doet iets niet goed
Je dreigt in de diepte te glijden
Dus begin maar te zwemmen
Of je verzuipt voorgoed
Want er komen andere tijden


Ernst Jansz staat in de coulissen, neuriet even mee. Na het eerste nummer maakt Boudewijn een grap die niet aanslaat. 'Ze lachen niet', constateert Ernst droog, 'gisteren lachten ze wel'. De zaal is nog wat tam, Ernst port de boel op: na het tweede nummer begint hij vanuit de coulissen enorm te klappen en te joelen. Boudewijn hoort het en lacht naar hem vanaf het podium. De zanger spreekt de zaal toe alsof hij een kamer vol oude bekenden tegenover zich heeft zitten. En die positie heeft hij ook. Als hij zegt: 'Zo nu en dan had Lennaert een vriendinnetje', dan weet iedereen dat het over Lennaert Nijgh gaat, de in 2002 overleden vermaarde tekstschrijver en vriend van Boudewijn. Zijn band introduceert hij dan ook als 'mijn vrienden'. Nostalgische De Groot-evergreens als 'Een meisje van 16' en 'Testament' komen voorbij, maar wel in een nieuwe muzikale uitvoering. De band speelt met zichtbaar plezier en veel onderling oogcontact. Ze bespelen allemaal meerdere instrumenten, grijpen van xylofoon naar mondharmonica, van accordeon naar mandoline. Het is vlak voor de pauze. 'Een gouwe ouwe, dus zing mee als je daar zin in hebt of zo', zegt Boudewijn een tikje ironisch: de rookmachine gaat aan, de eerste tonen van 'Malle Babbe' klinken. In de populaire versie van Rob de Nijs een echte meedeiner, in de vertolking van Boudewijn de Groot een ingetogen, melancholisch nummer waarin door de vele tempowisselingen mee lallen eigenlijk onmogelijk is.
Manager en echtgenote Anja komt de kleedkamer binnen met haar kladblokje. Ze neemt in hoog tempo het eerste gedeelte door. 'Mooi dat je op de rand van het podium ging zitten bij 'Een meisje van 16'. Perfect', zegt ze tegen één van de bandleden. 'Waar was Monique nou?' roept Boudewijn die net binnenkomt. Hij doelt op een moment in de show waar hij wilde inzetten, maar Monique nog achter de gordijnen vandaan moest rennen met haar viool. Ze bespreken de juiste timing nog even. 'Ja, het is een try-out, dan kun je fouten maken hè', reageert Monique laconiek. 'Ik merkte datje even je tekst kwijt was', zegt Anja tegen Boudewijn, 'maar dat ving je gelukkig mooi op.' Bezwete overhemden worden uitgetrokken en verwisseld voor nieuwe. 'Nee, niet dat witte overhemd, dat kan niet in dat licht', zegt Anja. Koude blikjes cola worden uit de ijskast getrokken. Twee medewerkers van De Groots impresariaat komen binnenvallen en complimenteren Boudewijn en de band uitbundig met de show.
Een half uur later staan ze allemaal weer op het podium. Een persoonlijk gedeelte breekt aan, 'een brokje Indonesië'. Boudewijn vertelt kort over zijn moeder. Ze stierf toen hij l jaar oud was in een Japans internerings-kamp op Java. 'Ik ben dus geboren in Indonesië. In slechte tijden, 1944. Mijn moeder heb ik nooit gekend. In 1975 schreef ik één nummer over haar. De laatste jaren begon het weer te leven en te borrelen in mij.' En hij zingt over de paar foto's die hij van haar bezit, waarop ze eruitziet als 'een verstilde danseres': 'Mijn moeder als kleine, witte vlinder achter glas.' Ernst Jansz haakt naadloos hierop in, ook hij heeft Indonesische roots: Indonesische vader, Nederlandse moeder die samen 'een fantastische liefdesgeschiedenis' hadden. Hij zingt wat zijn vader altijd voor hem zong, het melodieuze wiegeliedje 'De ballade van Nina Bobo'. De liedjes vormen een mooie sentimental journey waarin de echo's van de jeugd van Ernst en Boudewijn doorklinken. Na het luide eindapplaus bedankt Boudewijn zijn publiek: 'Jullie waren onze proefkonijnen, jullie waren fantastisch!' Hij bedankt een voor een zijn muzikanten en eindigt met Anja, 'onze steun en toeverlaat, die ervoor zorgt dat alles op rolletjes loopt.'

'Ik had tranen in m'n ogen bij dat gedeelte over je moeder', zegt een fan

Boudewijn  signeert geroutineerd de net gekochte cd's. 'Ik schrijf er altijd alleen mijn naam, de datum en plaats in, tenzij iemand vraagt er een opdracht in te schrijven', vertelt hij.
'Ik heb echt met tranen in mijn ogen gezeten bij dat gedeelte over je moeder', zegt een vrouw, 'ik was diep ontroerd'. Boudewijn knikt, glimlacht, heeft geen vlot antwoord paraat. Fans van verschillende leeftijden, van 20-ers tot 60-ers, staan hem op te wachten in de foyer. Een verstandelijk gehandicapte vrouw in rolstoel kraait van plezier nu ze voor haar idool staat. 'Het was fantastisch en je zong ook nog 'Malle Babbe', haar favoriete nummer', zegt haar zus. Boudewijn begint een kort gesprekje met hen. Een man van in de 60 meldt zich: 'Mijn kinderen zijn opgegroeid met 'Verdronken vlinder', dat nummer zong ik altijd voor ze. Ze kennen de tekst nog steeds letterlijk.' Als iedereen weg is, staat daar opeens een lachende vrouw voor hem. 'Ha, daar hebben we jou ook weer', begroet Boudewijn haar. 'Woon je nog steeds in Harderwijk? Je ziet er goed uit.' Een hardcore fan, dat is duidelijk. Even later stapt ze op Anja af, die ze natuurlijk ook begroet als een oude bekende. Het is tijd om te gaan, terug naar de Randstad.


De tournee Wilde jaren loopt nog tot juni 2010, kijk voor speeldata op www.boudewijndegroot.nl


KAMPKIND
Boudewijn de Groot wordt op 20 mei 1944 geboren in een Japans interneringskamp in het huidige Indonesië. Zijn moeder overlijdt in dit Jappen-kamp in juni 1945. Na de oorlog groeit hij op bij zijn oom en tante in Nederland. Zijn broer en zus wonen bij andere families, zijn vader keert voor zijn werk terug naar Indonesië. Het gezin wordt in 1952 herenigd, als zijn vader hertrouwt en weer in Nederland komt wonen. Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh kennen elkaar al uit hun jeugd, ze groeiden op in dezelfde straat in Heemstede. In 1962 wordt Boudewijn de Groot aangenomen op de Nederlandse Filmacademie in Amsterdam, Lennaert Nijgh twee jaar later. Tegelijkertijd is Boudewijn de Groot ook bezig met zijn zangcarrière, in 1965 heeft hij op z'n 21e zijn eerste hit met 'Een meisje van 16'. Hij heeft drie kinderen uit twee huwelijken: zoon Marcel (1964), dochter Caya (1967) en zoon Jim (1972). In 1993 ontmoet hij bij Lennaert Nijgh diens ex-vrouw Anja Bak. Ze krijgen een relatie en trouwen in 1995.

 

 

 

 

WINNEN!
Het complete oeuvre van Neêrlands beroemdste troubadour winnen? esta verloot 5 cd-boxen van Boudewijn de Groot: Complete studioalbums & curiosa- 12 cd's t.w.v. € 44,95! Mail vóór 22 januari 2010 naar esta. Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..