Het luisterlied
Het luisterlied is een lied met mooie teksten die vaak door dichters gemaakt worden. Niet alleen de tekst is heel belangrijk maar ook hoe het lied gezongen wordt, de uitvoering. Op de foto zie je Boudewijn de Groot.
Geschiedenis
Aan het begin van de twintigste eeuw wordt er in kroegjes in Amsterdam gezongen door mannen als Eduard Jacobs en Koos Speenhoff. Zij imiteren het zingen in de Parijse cabarets artistique. Dit zijn kleine kroegjes waar men speciaal naar de muziek komt luisteren. Zij maken zelf hun teksten en muziek en begeleiden zichzelf met eenvoudige instrumenten.
Luisterliedjes
Boudewijn de Groot brengt als een van de eersten luisterliedjes in het Nederlands. Door de opkomst van de Engelstalige beatmuziek hoor je er in Nederland niet bij als je in je eigen taal zingt. In de jaren zeventig zingen slechts enkelen, zoals ook Peter Koelewijn en Rob de Nijs in het Nederlands.
Alleen of in een band?
De grote doorbraak van het zingen in het Nederlands kwam begin jaren tachtig met de groep Doe Maar. Zij werden door veel groepen nagevolgd en er ontstonden eigen stijlen. De bands worden tot de nederpop gerekend. De zangers en zangeressen van het luisterlied doen dat meestal solo met instrumentale begeleiding. De laatste jaren wordt er ook veel poëtische zang in dialect uitgevoerd.
