Zo werd het concert aangekondigd: "De setting is intiem, de begeleiding voornamelijk akoestisch. Geen poespas of overdreven show, maar alle focus op de liedteksten, de stem en het prachtige samenspel tussen Boudewijns muzikanten (met o.a. Ernst Jansz aan de vleugel en Monique Lansdorp op viool), waardoor zijn indrukwekkende oeuvre optimaal tot zijn recht komt." (Lees meer: Cultuurcentrum)

 

bron: www.moonartgallery.be/news.php?readmore=5293

MAG over dit concert:
Wilde jaren' was de titel van dit concert. Boudewijn De Groot was eind jaren zestig het boegbeeld van een hele generatie jongeren. Op onnavolgbare manier verwoordde hij toen onze afkeer van het establishment, en iedereen die in die tijd een plastron droeg, was een vijand. Zijn elpees Voor de overlevenden en Picknik vind ik tot op heden ongeëvenaarde pareltjes uit de Nederlandse popgeschiedenis. Gisteren ging hij van start met enkele liederen die nog ouder waren: Noordzee (een vertaling van de traditional The Lowland Sea, bekend van Pete Seeger en Woody Guthrie) en Woningnood (uit de elpee Apocalyps) uit 1965. Hij zong ze in zijn eentje vooraan op het podium, zichzelf begeleidend op gitaar.
Na Vrienden van vroeger (uit Voor de overlevenden) riep hij de muzikanten op het podium. Vijf stuks: Ernst Jansz aan de piano, Jan Hendriks op gitaar, Monique Lansdorp op viool, Åke Danielson aan de synthesizer en Bert Embrechts op basgitaar. Ze hadden het repertoire van Boudewijn De Groot grondig aangepakt met nieuwe arrangementen, wat meestal meeviel, maar soms ook niet. Zo klonken Naast jou en Ballade van de Vriendinnen van één nacht (uit dezelfde elpee) toch een stuk slapper, waardoor de teksten van Lennaert Nijgh minder geloofwaardig overkwamen.
Die waren overigens niet zo geloofwaardig, beweerde Boudewijn. Lennaert was een fantast die zijn verhalen vaak verzon. En soms waren ze zelfs op misverstanden gebaseerd. Zo was Malle Babbe geïnspireerd op een schilderij van Frans Hals, maar niet het gelijknamige werk, want dat stelt een lelijke oude vrouw voor. Lennaert had een ander schilderij voor ogen, maar had zich van titel vergist. In het tweede deel van het concert kwam het lied Berlijn aan bod, uit de cd Het eiland in de verte (2004). "Ik had die tekst jaren geleden van Lennaert gekregen," zei hij, "maar het lukte niet meteen om daar muziek op te schrijven en toen is die in een lade terechtgekomen", zei de zanger. "Vele jaren later heb ik het opnieuw geprobeerd en toen liep het wel vlot. Lennaert was toen echter al overleden." Een prachtige song overigens, waarin Berlijn de grandeur krijgt van Sinatra's New York.
Boudewijn vertelde over zijn geboorte in 1944, in een Japans interne-ringskamp in Nederlands-Indië. Zijn moeder overleed daar in juni 1945 en een jaar later vertrok de rest van het gezin naar Haarlem in Nederland. Hij bekende dat zijn affiniteit met Indië pas veel later bij hem is komen opsteken en toen heeft hij er enkele liederen over geschreven, die hij gisteravond ook zong. Ernst Jansz, die ook Indische roots heeft, zong eveneens een lied, waarin een Maleisisch wiegeliedje verwerkt zat: De ballade van Nina Bobo.
Het leek wel of de muzikanten er een spel van maakten om de intro's van de songs zo te wijzigen zodat het publiek ze pas kon herkennen bij de eerste woorden die Boudewijn De Groot zong. Aanvankelijk bracht hij zijn liederen vrij chronologisch, maar dat stramien werd niet volgehouden, wat ook niet nodig was. Veel songs kregen tussen de coupletten door instrumentale fantasietjes, waarin vooral violiste Monique Lansdorp uitblonk. Heel mooi vond ik Metamorfose, een nieuw nummer vermoed ik, waarin hij zijn levensloop van kleuter naar grijsaard schetste.
Het was een heel mooi concert. Persoonlijk ken ik het latere werk van Boudewijn De Groot niet zo goed, maar gisteren heeft hij me ervan overtuigd om ook die cd's in huis te halen.

Foto: Patrick Stieperaere