Discografie

Een nieuwe herfst (1996)


Een wonderkind van 50
Als jij niet van me houdt
De rover
Deinè theos
Kijken hoe het morgen wordt
De roos
De slaap
Rondeel
Annabel
De drie Mandarijnen
Avond
Eva
Vrolijke violen
De engel is gekomen



Acht jaar later [noot: na de release van Maalstroom].
Toch weer bij Lennaert op de stoep en deze keer zelfs al te letterlijk. Ik zocht een bed om in te slapen en een dak boven mijn hoofd. En ik wilde weer een plaat maken met alleen maar zijn teksten. Een bed en een dak waren geen probleem, maar tekstdichten lag al ver achter hem. Ondanks de belofte dat ze er zouden komen, bleef het een kwestie van smeken, bidden, dreigen, vleien, flemen, kwaad worden, grappen maken, lief zijn en met de deuren smijten. Het leek wel een huwelijk. Er kwamen dan ook geen teksten. Tot ik ten einde raad naar derden stapte: ik belde Ruud Engelander weer, vroeg Herman Pieter de Boer om hulp en nodigde de dichter Harm Schepers uit - van wie ik al eerder het gedicht 'Eva' op muziek had gezet voor een CPNB-plaat - een liedtekst te dichten. En ik begon in oud materiaal van Lennaert te grasduinen en vond daar 'Een wonderkind van 50' en 'De drie Mandarijnen'. Toen pas bleek er een vonk naar hem over te slaan. En natuurlijk was daar, eigenlijk in de allereerste plaats, de deus ex machina die de cirkel weer zou sluiten: de Onbereikbare Liefde. En zo wandelde Lennaert op een middag mijn (zijn, dus) werkkamer binnen en legde een stapeltje intrieste en dus wonderschone teksten voor mijn neus. Het onderwerp was hetzelfde als in de tijd van "Voor de overlevenden", maar de behandeling ervan was die van een zeer volwassen man.
En naar die tijd en de jaren erna wilde ik terug. Werken met een hecht team, arrangementen die dezelfde muzikale kleur en sfeer bezaten als die van Bert Paige. Na hem had ik geen arrangeur gehoord die ook maar in zijn buurt kwarn. Tot ik hoorde wat Jakob Klaasse kon. Hij voelde aan wat Paige met mijn muziek had gedaan, hij begreep wat ik wilde en hij had zoveel zelfvertrouwen dat hij ervan overtuigd was dat zijn eigen muzikaliteit feilloos aansloot bij die van Paige en mij. Daardoor is de plaat niet een herhaling van de jaren '60 geworden, maar als het ware een vertaling ervan naar het heden. Want steeds komen er andere tijden.
Bij het componeren van de muziek voor 'De roos' heb ik geen moment aan een roos gedacht, maar steeds aan een witte lelie - een onschuldige, kwetsbare kelk, eerder dan een rode bloem die dreigend haar stekels opzet. Daarom misschien heb ik Lennaerts fout niet hersteld en het niet-bestaande woord 'onmeedogenloos' gehandhaafd; het verklaart de hele betekenis van de tekst.
'De rover' plaats ik onherroepelijk in Haarlem, maar dat geldt voor een groot deel van Lennaerts teksten. Die stad wordt hoorbaar gemaakt in het kleine pianofiguurtje, dat de Damiaatjes in de St. Bavo citeert.
Waar Lennaert al in de vroege jaren '70 zijn hart aan had verpand, de Ierse muziek, begon mij nu ook te interesseren. Die sfeer trachtte ik te vangen in de muziek van 'Als jij niet van me houdt' en 'De rover'.
Voor de opname van 'De drie Mandarijnen' huurde Jakob een Chinese muzikante in, die de sheng bespeelde (een Chinees blaasinstrument dat bestaat uit een metalen kommetje met een tuit eraan, waaruit een groepje holle bamboe-stokjes steekt, die ieder een gaatje hebben; als je door het tuitje blaast, je vinger op een gaatje houdt, dan komt uit dat bamboestokje een toon waarvan de klank veel weg heeft van een hobo) en op de zhen tokkelde (een soort liggende harp; sla je een snaar aan en druk je die daarna in, dan krijg je die typische Chinese zwevende, bijna jankende toon).
Aanvankelijk wilde ik, uitgaande van 'Eva', een drieluik maken met drie Bijbelse figuren: Eva links, Jozef rechts en Job in het midden. 'Jozef' moest net als 'Eva' een sonnet worden; voor 'Job' had ik een Dylan-achtige ballade in mijn hoofd. Boudewijn Spitzen had voor 'Job' een prachtige scène in een kroeg bedacht, met een dobbelende God en Duivel. Ik kreeg de muziek ervoor niet rond. Op de figuur van Jozef is nooit een tekst geschreven, maar ooit zal die er komen.
Net als voor "Hoe sterk is de eenzame fietser", werd ook nu Vera Beths gevraagd twee solo's voor haar rekening te nemen. En gelukkig zei ze weer ja en was het een genot om haar te horen en te zien spelen.
En dan zat daar dat orkest, zoals het er dertig jaar geleden ook had gezeten. Ik voelde me weer thuis, op mijn gemak, ver weg van alle computers, synthesizers en samplers - vertrouwd en op bekend terrein. En op 48 sporen.
Waar andere mensen chaos nodig hebben om te creëren, werk ik het liefste op een basis van zekerheid. Zoals nu. Van mij mag de winter komen.


Producer: Jakob Klaasse
Arrangementen: Jakob Klaasse, Boudewijn de Groot (‘Avond’), Hans Hollestelle (‘Wonderkind’)
Techniek: Han Nuyen, Sytze Gardenier, Tjeerd van Zaanen (‘Wonderkind’)
Mixage: Peter Bulkens, Tjeerd van Zaanen
Musici:
Boudewijn de Groot - ac. gitaar, glas-orgel, koor / Jan Hendriks, Jan de Hont - el. Gitaar / Jakob Klaasse - piano, vibrafoon, koor / Peter van Straten, Thijs Vermeulen - basgitaar / Leon Klaasse, Marcel Serierse - slagwerk / Hans Jansen - piano, Hammond / Vera Beths - viool / Hans Asselbergs - xylofoon / Andy Bruce - trombone / Margreet Busstra - tenorsax / Jasper Gloerich - trompet / Hans Hollestelle - el. en ac. gitaar / Fay Luyendijk - kantele / Pieter de Mast - fluit / Tang Pei - sheng, zhen / André Sommer - steelguitar / Ernestine Stoop - harp / Robert Veen - klarinet / Dirk Verhoef - hoorn / Henny Vrienten - koor / Ilona de Groot (concertmeester), Tinta von Altenstadt, Marieke de Bruin, Annoesjka Cabo, Petra griffioen, Suzanne Huynen, Tineke de Jong, Maaik Krijgsman, Martijn Noomen, Jacobien Roozemond, Alida Schat - viool / Els Goossens, Ernst Grapperhaus, Ruben Sanderse - altviool / Derck Littel, Jos Teeken, Michiel Weidner - cello
Bullet Sound Studio 1, Nederhorst-den-Berg
Dureco Studio, Weesp
Mastering: Margret van den Heuvel
Foto voorkant: Sjaak Ramakers
Booklet-ontwerp: Cees van Iwaarden