Best een beetje bang
J. v.d. Steen, B. de Groot als buiten de stormwind giert en de regen klettert keihard tegen de ruiten het bliksemt en het dondert met daverende knallen dan sta ik te trillen en ga ik de gordijnen sluiten want als het onweert en bliksemt met flitsen en knallen erbij dan spookt het daarbuiten en dat is niks voor mij dan ben ik een beetje bang best een beetje bang en opeens voel ‘k me weer ontzettend klein maar dan zeg ik tegen mezelf: je moet niet zeuren want wat kan er tenslotte nou gebeuren nog even en dan zal het wel weer over zijn laatst lag ik op de bank ik kon haast niet meer lopen, mijn been deed vreselijk veel pijn de dokter zei: ik kom wel even kijken dan geef ik je een prikje, dan zal het zo weer over zijn ik was bang, want een naald in mijn been nee, dat is niks voor mij maar dat prikje, daar voelde ik niks van en de pijn was ook helemaal voorbij toch ben ik soms een beetje bang best een beetje bang dan voel ik me ook weer ontzettend klein maar dan zeg ik tegen mezelf: je moet niet zeuren want wat kan er tenslotte nou gebeuren nog even en dan zal het wel weer over zijn bang bang best een beetje bang zoiets gaat wel weer over ook al duurt het soms wat lang (Haarlemmer Hout, 30-1-’23 / Heemstede, 1-2-5-’23 / 25-4-’24 / 23-6-’24 / 24-6-‘24) (Muziek: Jaco van der Steen / tekst: Boudewijn de Groot) |