BN DESTEM DONDERDAG 17 OKTOBER 2013

 

door Willem Jongeneelen

 De laatste grote tournee is wegens groot succes verlengd. Morgen kijkt Boudewijn de Groot met ‘Vaarwel, misschien tot ziens…’ in Breda nog een keer terug op zijn carrière



Volgend jaar wordt Boudewijn de Groot 70 jaar en wil hij zijn tijd wat anders indelen. Zo lijkt het hem fascinerend om fictie te gaan schrijven. In alle eenzaamheid de eigen fantasiewereld induiken, zich mee laten slepen en kijken hoe het verhaal zich dan ontwikkelt.

Dat staat los van zijn muzikale carrière. Hij denkt er zelfs niet aan om definitief te stoppen met zingen. Toch was het de bedoeling dat in mei 2013 het doek van

deze voorstelling al voor het laatst zou zijn gevallen. Dat was buiten het enorme succes gerekend. In veel theaters stond de laatste grote theatershow nog niet, in andere hadden ze veel meer kaarten kunnen verkopen dan voor die ene voorstelling.

Boudewijn vertelt zelf nog voldoende voldoening te vinden in het behagen van zijn publiek. „Natuurlijk. Het zou blasé en arrogant zijn het niet geweldig te vinden dat je nog volle zalen trekt. Dat is dus ook niet de reden dat ik het in het vervolg anders te wil gaan doen. Ik zei graag ja tegen deze reprise. Fysiek kan ik dat gelukkig nog wel aan. Het is alleen soms een sleur om meer dan twaalf uur van huis te zijn om ergens twee uur te mogen zingen. Bovendien is het mooi dat de nieuwe einddatum van de tournee nu op 14 mei 2014 valt. Dat maakt de cirkel rond. Dan is het op de dag af 50 jaar geleden dat ik mijn zangcarrière begon. Als eerste datum reken ik dan de dag in 1964 dat ik voor het eerst een opnamestudio instapte, met toen ook al liedjes van tekstschrijver Lennaert Nijgh. Die eerste dag nam ik Strand en Elégie Prénatale op.” De zanger mag dan volgend jaar mei de cirkel rond noemen, het hoeft volgens hem niet bij één cirkel te blijven. Uit de titel van de voorstelling, Vaarwel, misschien tot ziens… valt al op te maken dat het geen definitief afscheid van de in 1944  in Batavia (het huidige Jakarta) geboren zanger hoeft te zijn.

„Je stopt als je geen inspiratie en ideeën meer hebt. Of als het publiek niet meer wil horen wat je doet. Dat risico ga ik na deze tournee straks aan. Het is de bedoeling de zaken dan anders aan te pakken. Minder lang toeren, in een kleinere bezetting en zonder de bekende grote hits. Sommige nummers zijn voor mij wat uitgekauwd, hoe graag mensen ze willen horen. Het is een opgave om die iedere keer weer in een nieuw jasje te steken. Ik ga met nieuw repertoire in de weer, dat ik grotendeels zelf aan het schrijven ben. De songs van Lennaert, en de verhalen over hem, ze zullen wat meer naar de achtergrond gaan verdwijnen. Zijn werk is nu nog nauw verweven met veel van wat ik zing. Dat kan straks, ruim tien jaar na zijn dood, wel wat minder.”

Boudewijn vertelt in de toekomst zeker nog teksten van Lenneart te zullen zingen, het zullen dan alleen de wat minder bekende liedjes zijn. Sinds Het Eiland in de Verte (2004)en De Lage Landen (2007) zingt Boudewijn ook meer teksten van andere tekstschrijvers, zoals Freek de Jonge, Jan Rot en Jack Poels en teksten van zichzelf. „Ik heb er genoeg zelf geschreven. Ik vind het ook leuk om te doen, al blijf ik op teksten van mezelf net zo kritisch als op die van anderen. Ik ben ongeduldig. Als ik na een couplet niet weet hoe het verder moet, dan blijf ik niet wroeten. Het moet er in één keer uitvloeien. Gelukkig gebeurt dat ook wel. Vroeger ging ik er niet zo vaak speciaal voor zitten. Ik had immers Lennaert. Nu doe ik dat wel meer. Het gaat me goed af.”

In Vaarwel, misschien tot ziens… neemt hij afscheid van veel oude nummers en publiekslievelingen. Er waren al een paar liedjes die hij om inhoudelijke redenen nu al niet meer zong. Een paar waren er ingehaald door de tijd. Er blijven genoeg hits over. „Verdronken Vlinder blijft bijvoorbeeld tijdloos. Ook Jimmy, over de relatie tussen vader en zoon, kan nog best, ook al zijn het nu kleinkinderen die bij me op schoot zitten. Anders ligt dat bij Testament. Daar zing ik: Na 22 jaren in dit leven… Ik zie het nu als een standaard, een klassieker. Het nummer is een zelfstandig iets geworden. Het staat steeds verder van mij af. Ik ga er theoretisch neutraler mee om. Vroeger ging het over mij, nu zing ik het als in de derde persoon. Het Land van Maas enWaal is ook zo’n klassieker. Het is nooit mijn favoriete lied geweest.We sluiten er de show mee af en dat is toch iedere keer weer leuk om te doen. Iedereen kent het en al kies ik voor een andere invalshoek, iedereen zingt altijd weer mee.” De carrière van Boudewijn de Groot is lang, het repertoire breed. Vaarwel, misschien tot ziens… laat uit iedere periode wel iets horen.Toch zijn er nog altijd mensen die hem associëren met de protestzanger, die hij in de jaren zestig ooit was. „Ik had inderdaad een paar protestliedjes in mijn repertoire. Ik heb echter altijd proberen te vermijden louter als protestzanger gezien te worden. Toch hoor ik nog mensen die het wel weer eens tijd vinden worden dat ik sociale misstanden aan de kaak stel. Die zijn er natuurlijk. Ik wind me ook wel op over bepaalde zaken in de maatschappij, wil die best uiten, maar als zanger ben ik daar niet mee bezig. Het moet wel spontaan tot een lied komen, ander kun je beter over andere zaken zingen. Mensen associëren teksten vaak met de zanger die ze zingt. Door een aankondiging of met intonatie kun je als artiest daar wat sturing aan geven en een andere invalshoek voor creëren. Maar meestal zijn mensen toch voortdurend bezig met jou om je hart te zien uitstorten en zichzelf daarmee te identificeren. Als het publiek er niets bij voelt, dan is het niets. Zo simpel werkt het. Zo gecompliceerd is het tegelijkertijd. Want ook al vind je zelf  een tekst nog zo goed, als die niet duidelijk genoeg is voor het publiek, dan heb je mis geschoten.”

 

Vaarwel, misschien tot ziens… van Boudewijn de Groot is te zien op 18 oktober vanaf  20.00 uur in het Chassé Theater in Breda.

 

Info en meer data:

www.boudewijndegroot.nl