Bij de officiële opening van het Jeroen Bosch jaar door koning Willem-Alexander op 12 februari 2016 zong Ali B Boudewijns Land van Maas en Waal.

 

 

 

 

 

Hieronder wat Boudewijn en Lennaert zelf over Het Land van Maas en Waal vertellen:

 

Boudewijn:

Er wordt vaak gevraagd naar de herkomt en/of betekenis van de tekst van het leid Het land van Maas en Waal. De tekst is van de hand van Lennaert Nijgh en zijn inspiratie komt van de schilderijen van Jeroen Bosch, zoals in de tekst ook al wordt gesuggereerd. Alleen de titel heb ik hem min of meer aan de hand gedaan. Ooit woonde ik tegenover Artis, in Amsterdam, waar hij en ik op een middag wat rondwandelden. We hadden het over de liedjes die we tot dan toe (het zal ergens in 1965 geweest zijn) geschreven hadden en opeens hadden we het over onze jeugdjaren. Ik vertelde hem onder andere van het boek dat je ook in je mail memoreert, waarin verteld wordt van de ongehoorzame Pietje die, tegen het nadrukkelijk verbod van zijn moeder in, toch het tuinhekje opendeed en de tuin uitliep. Op dat moment zweefde juist Hatsji-Bratsji de Tovenaar langs, die Pietje in de mand van zijn Toverballon trok en ontvoerde, naar verre streken waar Arabieren woonden. Tijdens die ballontocht kwamen ze ook over het Land van Maas en Waal te vliegen. Dit verhaal werd mij als kleuter voorgelezen door een buurvrouw (die ik geheel volgens de traditie uiteraard 'tante’ noemde) en ik herinner me dat ik bij het horen van dat Land beelden voor me zag van een prachtig land dat eruit zag als een soort paradijselijk Luilekkerland. Daarna heeft het land van Maas en Waal voor mij altijd iets magisch gehad. Tijdens de korte wandeling door Artis vertelde ik Lennaert dus dit verhaal en zei erbij dat het me een mooi onderwerp en een mooie titel voor een lied leek. Dat magische heeft hij dus onthouden en er verder zijn eigen invulling aan gegeven middels de schilderijen van Bosch. Dus de bonte stoet, de vrolijke tocht over de bergen en de bizarre uitdossingen van de deelnemers aan die tocht zijn helemaal Lennaerts idee. Wel zijn de regels over de paarse/gouden hemel en de bruine/zilveren zon van mij; Lennaert had ze bij elk  dezelfde kleur (groene hemel, blauwe zon) gegeven en dat vond ik wat saai. Dat het een vrolijke mars moest worden leek me meteen duidelijk en arrangeur Bert Paige deed de rest. En ten slotte maakte het naderende carnaval er een hit van. Zo is het lied ontstaan. Er zit - in tegenstelling tot wat veel mensen denken - geen enkele symboliek in, het is allemaal fantasie. Wat echt waar is: 'de koperen hand' was een koperen, handvormig asbakje van Lennaerts vader….

 

Lennaert (uit ‘Ik doe wat ik doe’):

De tekst van ‘Het land van Maas en Waal’ heb ik geschreven zonder ook maar een blik te werpen op een schilderij van Jeroen Bosch. Voor het album Picknick/ Tuin der lusten, dat we in 1968 maakten, besloot ik dat wel te doen. ‘Eva’ is het linkerpaneel van het grote altaarstuk van Bosch, dat in het Prado in Madrid te zien is en bekendstaat als De tuin de lusten.

 

Lennaert (uit ‘Tekst en Uitleg’): 

Het Land van Maas en Waal. Er is heel wat afgefilosofeerd over dat lied. We zijn indertijd beschuldigd van LSD-gebruik (Jeroen Bosch overigens ook), we waren Psychedelische Profeten, we kwamen in forums op de tv. Wat is de waarheid achter het Land? 

Op een dag in 1966 lopen Boudewijn en ik door Artis. Boudewijn vertelt over een kinderboek, waar hij de titel van is vergeten, maar dat hij ooit bezat, waarin een ballonvlucht voorkwam en de zin '...en toen vlogen ze samen over het land van Maas en Waal'. Dat vond hij zo'n prachtig klinkende zin, met dat 'Land van Maas en Waal.' Ik geloof dat er inderdaad wel een prettig sigaretje was gerookt, maar zo out of the mind waren we nou ook weer niet. Ik bleef kauwen op die zin. En kwam een paar dagen later aanzetten met het lied, dat ik samen met Testament had geschreven.

Ik sliep die avond bij Boudewijn, aan de Plantage Middenlaan. Met mijn nieuwe vriendin, een beeldschone balletdanseres. Voor de eerste keer, geloof ik. Ernstig zaten we naast elkaar op het smalle bedje in de achterkamer. 'We moeten ons nou wel realiseren wat we doen,' zei Bianca. We waren in een plechtige stemming.

 

Ik reik een meisje mijn koperen hand,

Dan komen er twee Moren

met hun slepen in de hand,

dan blaast er de fanfare,

ter ere van de schaar,

die trouwt met de vingerhoed,

ze houden van elkaar.

 

Ik had op dat moment een sterk gevoel dat er iets belangrijks ging gebeuren. Niet met ons, maar met Het Land van Maas en Waal.

Ik had goed naar Jeroen Bosch gekeken, veronderstelde iedereen. Nee, ik had helemaal niet gekeken; de tekst is vanuit vage parate kennis geschreven en heeft ook niets te maken met de donkere vijftiende-eeuwse gruwelwereld van Bosch.

Bij de volgende lp, Tuin der Lusten, zou ik wel goed naar Jeroen Bosch kijken. Of dat zin gehad heeft, is een tweede.