Vlinder


J. v.d. Steen, B. de Groot

soms als ik een vlinder zie
denk ik: word jij nou nooit moe
je fladdert maar van hot naar her
tot vervelens toe
kijk als ik een vlinder was
dan bleef ik zitten waar ik zat
lekker rustig in de zon
zomaar wat wiegen op een blad
af en toe wat knabbelen
op een stukje groen
even naar een zachte bloem
en een lekker tukkie doen
misschien ook nog wat schaduw
tussen het hoge koele gras
ja ik zou het wel weten
als ik een vlinder was

maar ik ben geen vlinder
ik ben maar een mens
en een vlinder worden
blijft een onvervulde wens
trouwens al zou ik een vlinder zijn
dan blijft er een bezwaar
want om op een bloem te zitten
ben ik veel te zwaar
alleen in mijn stoutste dromen
kan ik een vlinder zijn
lekker aan het fladderen
in de warme zonneschijn
van hot naar her naar alle bloemen toe
ojee wat zeg ik nou, pardon
ik zou alleen maar blijven zitten
een beetje niks doen in de zon

maar de vlinder zei:
als ik niet fladderen kan
is er voor mij niks aan
ik zou me dood vervelen
laat mij m’n gang maar gaan
dus als je ergens in de zon
een fladderende vlinder ziet
dan weet je die heeft veel plezier
die verveelt zich niet




Curiosa 2022 : Soms als ik een vlinder zie