Schemering


Boudewijn de Groot

wanneer de eerste schemering aan ‘t einde van de dag
de kamer langzaam donkert
zie ik de vage schaduw
van de bank waar jij voor het laatst
te rusten lag
dit was altijd het stil moment dat jou het liefste was
na een dag van tijdloos zwijgen
en onbestemde handeling
zoals ’t verwonderd openslaan
van een boek dat je graag las

je bent niet meer
je bent niet meer
je wist niet terug te komen
je was al eerder heengegaan
dan je afscheid had genomen

je ogen konden stralen als de eerste lentedag
en in je zachte handen
vond ik in vol vertrouwen
de vaste zekerheid
dat met liefde alles mag
maar als de tijd opeens het denken wreed ontwricht
en maakt dat de herinnering
heel langzaam gaat vervagen
dan is de avondschemering daar
in weifelend winterlicht

je bent niet meer
je bent niet meer
je wist niet terug te komen
je was al eerder heengegaan
dan je afscheid had genomen

men zegt: voor je de ogen sluit wordt alles opeens licht
en dat de openbaring
van wat je wilde weten
je eigen leven is –
dan gaan de ogen dicht
vroeg jij je wel eens af of je naar de hemel ging
ik help het je geloven
’t is je zo graag gegeven
de zoete rust en vrede
na de laatste schemering

je bent niet meer
je bent niet meer
je wist niet terug te komen
je was al eerder heengegaan
dan je afscheid had genomen

(voor A.)




Album 2015 : Achter Glas